
Spreekwoorden: (1914)
Twee handen op éen buik zijn,d.w.z. het in alles éens zijn, vooral in het kwade; éen lijn trekken; ‘met de twee handen zijn ongetwijfeld de beide met elkaar overeenkomende, een stel -, een paar vormende handen van één en denzelfden persoon bedoeld’.1) Zie o.a. Kmz. 359; Nest. 34: En...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Twee handen op éen buik zijn,d.w.z. het in alles éens zijn, vooral in het kwade; éen lijn trekken; ‘met de twee handen zijn ongetwijfeld de beide met elkaar overeenkomende, een stel -, een paar vormende handen van één en denzelfden persoon bedoeld’.1) Zie o.a. Kmz. 359; Nest. 34: En...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.